De betekenis van de registratie van de ligging van de testis in de jeugdgezondheidszorg ter voorkoming van onnodige orchidopexieën

– The health records of 1816 11-year-old Dutch schoolboys were examined to assess the importance of these records for boys with an apparently non-scrotal testicle. Full records from birth onward existed for 58 of the boys; at least 4 examinations were recorded in 76 and no prior examinations in less than 4 of the boys.

Orchidopexy had been performed in 2.9 of the boys; the records of 33 of the 53 boys with a history of orchidopexy showed intrascrotal position of both testicles at least once.

The conclusion is that the Dutch youth health system possesses relevant records which should be consulted by practising physicians and surgeons before orchidopexy is considered.

Samenvatting

Om de waarde na te gaan van de bij de instellingen voor jeugdgezondheidszorg ter beschikking staande gegevens over de ligging van de testis bij jongens met een niet scrotaal gelegen testis, werd een retrospectief onderzoek verricht bij 1816 ongeveer 11-jarige jongens. Van 58 van de jongens bleken volledige gegevens vanaf de geboorte beschikbaar; van 76 waren ten minste de gegevens van 4 volledige onderzoekingen geregistreerd en van slechts minder dan 4 ontbraken alle vroegere gegevens.

Orchidopexie bleek verricht te zijn bij 53 van de onderzochte jongens; bij 33 van hen bleek volgens de gegevens op de gezondheidskaart de testis vóór de operatie ten minste éénmaal in het scrotum te zijn aangetroffen.

Geconcludeerd kan worden dat de Nederlandse instellingen voor jeugdgezondheidszorg beschikken over waardevolle gegevens, die bij het constateren van een niet scrotaal gelegen testis opgevraagd dienen te worden alvorens tot behandeling wordt overgegaan.