Behandeling van hardnekkige enuresis nocturna bij kinderen van Turkse en Marokkaanse migranten vraagt extra aandacht voor het gezin

Onderzoek
M.W. van der Most van Spijk
N.S.M. Hopstaken
A.E.M. Visser
T.W.J. Schulpen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:1369-73
Abstract

Samenvatting

Doel

Onderzoek naar de toepasbaarheid van de klinische droog-bedtraining volgens Azrin-Messer bij Turkse en Marokkaanse kinderen van 11 jaar en ouder met hardnekkige enuresis nocturna, in vergelijking met Nederlandse kinderen.

Opzet

Longitudinaal vergelijkend onderzoek.

Plaats

Ziekenhuis Overvecht te Utrecht.

Methode

Gedurende een opname van 1 week en vervolgens begeleiding thuis gedurende 2 maanden werden in totaal 40 Turkse en Marokkaanse kinderen en 43 Nederlandse kinderen getraind. Er waren 3 meetmomenten: op de dag van het ontslag uit het ziekenhuis, 3 maanden en 9 maanden later. Tijdens het project waren diverse aanpassingen in verband met culturele verschillen nodig.

Resultaten

Tijdens de ziekenhuisopname verbeterde de situatie bij circa 90 van zowel allochtone als Nederlandse kinderen. Na 3 maanden waren de percentages respectievelijk 60 en 81, na 9 maanden 61 en 70. Ondanks vele extra inspanningen bleven de resultaten bij de allochtone kinderen minder; 36 plaste uiteindelijk niet meer in bed (de situatie verbeterde minstens sterk), tegen 51 van de Nederlandse kinderen. De allochtone ouders veronderstelden, in tegenstelling tot de Nederlandse, dat afkeuring, straf en schaamte de kinderen zouden helpen het gedrag af te leren.

Conclusie

De droog-bedtraining is bruikbaar voor Turkse en Marokkaanse kinderen, mits zij en speciaal hun ouders intensief worden begeleid (bij Nederlandse kinderen kan de nadruk liggen op individuele ondersteuning van het kind). Huisbezoeken en tolkenondersteuning gedurende een periode van ongeveer 2 maanden blijken noodzakelijk. Het blijkt van groot belang te zijn dat ouders een positieve, ondersteunende houding aannemen ten opzichte van het kind, in plaats van het te straffen en schaamte bij te brengen.

Auteursinformatie

Ziekenhuis Overvecht, afd. Kindergeneeskunde, Utrecht.

Mw.drs.M.W.van der Most van Spijk, cultureel antropoloog; mw.drs. N.S.M.Hopstaken en mw.drs.A.E.M.Visser, pedagogen; prof.dr.T.W.J. Schulpen (thans: Wilhelmina Kinderziekenhuis en Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst, afd. Jeugdgezondheidszorg, Postbus 2423, 3500 GK Utrecht), kinderarts.

Contact prof.dr.T.W.J.Schulpen

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties