De behandeling van enkeloedeem bij ouderen in de huisartspraktijk; wanneer en hoe vaak worden diuretica gebruikt?

Onderzoek
J.W. de Jonge
W.M. van Zutphen
G.A. de Bruijne
J.A. Knottnerus
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:1702-5
Abstract

Samenvatting

Terughoudendheid bij het voorschrijven van medicijnen aan ouderen wordt sinds lang geadviseerd. Toch gebruikt meer dan 20 van mensen ouder dan 65 jaar diuretica. Het symptoom enkeloedeem lijkt in de praktijk een belangrijke factor bij de beslissing diuretica voor te schrijven. Wanneer er geen sprake is van decompensatio cordis, chronische nierinsufficiëntie of hypoaluminemie, is het nut van diuretica voor patiënten met enkeloedeem echter omstreden. Om meer inzicht te krijgen in de mening van Nederlandse huisartsen over differentiële diagnose en de behandeling van enkeloedeem bij een oudere patiënt(e), werd een enquête verricht aan de hand van een gefingeerde ziektegeschiedenis van een oudere patiënt met enkeloedeem zonder duidelijke aanwijzingen voor een hartziekte. De enquête werd naar een aselecte steekproef van Nederlandse huisartsen verstuurd (n = 200, ‘response rate’ 64).

Chronische veneuze insufficiëntie werd door 86 en decompensatio cordis door 12 van de respondenten als meest waarschijnlijke oorzaak genoemd. Niet-medicamenteuze therapie (o.a. houdingsadvies en eventueel voorschrijven van compressietherapie) werd door 59 van de geënquêteerde als juiste handelwijze genoemd; 40 zou al of niet als ondersteuning een diureticum voorschrijven.

Auteursinformatie

Rijksuniversiteit Limburg, Vakgroep Huisartsgeneeskunde, Postbus 616, 6200 MD Maastricht.

J.W.de Jonge, dr.W.M.van Zutphen, G.A.de Bruijne en prof.dr. J.A. Knottnerus.

Contact J.W.de Jonge

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties