Daling van de humane immunodeficiëntievirus-antigeen-titer in de liquor cerebrospinalis gedurende behandeling met zidovudine bij patiënten met AIDS

Onderzoek
J. de Gans
J.M.A. Lange
M.M.A. Derix
F. de Wolf
B.W. Ongerboer de Visser
J. Goudsmit
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1988;132:1656-60
Abstract

Samenvatting

6 patiënten, 5 met AIDS en 1 met AIDS-related complex (ARC), en met humaan immunodeficiëntievirus-antigeen (HIV-Ag) in het serum werden gedurende 12 weken behandeld met zidovudine in een lage dosering (250 mg6 h) om het effect vast te stellen van zidovudine op HIV-Ag-spiegels in de liquor. Bij 3 AIDS-patiënten was vóór behandeling HIV-Ag aantoonbaar in de liquor. Bij alle patiënten verdween binnen 8 weken het HIV-Ag uit de liquor na het begin van de behandeling. Bij een AIDS-patiënt bij wie aanvankelijk geen HIV-Ag in de liquor aantoonbaar was, werd de liquor sterk antigeen-positief nadat de behandeling werd onderbroken. Het HIV-Ag verdween weer uit de liquor nadat de behandeling was hervat. Bij geen van de patiënten werd een duidelijke neurologische verbetering waargenomen tijdens de studie.

Deze resultaten tonen aan dat zidovudine in de gebruikte dosering de virusreplicatie in de liquor kan remmen. Of de direct door het HIV veroorzaakte neurologische complicaties daarmee voorkomen kunnen worden, zal verder onderzocht moeten worden.

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam.

Afd. Neurologie: J.de Gans, neuroloog; mw.M.M.A.Derix, neuropsycholoog.

Afd. Virologie: dr.J.M.A.Lange, internist (tevens: afd. Interne Geneeskunde); F.de Wolf, huisarts (tevens GG & GD, afd. Volksgezondheid en Milieu, Amsterdam); dr.J.Goudsmit, medisch microbioloog.

Afd. Klinische Neurofysiologie: dr.B.W.Ongerboer de Visser, neuroloog.

Contact J.de Gans

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Amsterdam, september 1988,

Met grote belangstelling heb ik kennisgenomen van het artikel van J.de Gans et al. (1988;1656-60). Dit artikel wierp echter nogal wat vragen bij mij op; graag zou ik over een aantal dingen wat meer duidelijkheid krijgen.

In het artikel ging het om de HIV-Ag-spiegels in de liquor cerebrospinalis van 6 AIDS-patiënten. Bij 3 patiënten uit deze groep werd een positieve liquor gevonden vóór de behandeling met zidovudine. Vervolgens werd de groep gesplitst, waarbij de liquor cerebrospinalis van de patiënten met een positieve HIV-Ag-spiegel vóór de behandeling, om de 4 weken gecontroleerd werd en een groep van de overige drie patiënten, waarvan de liquorspiegels niet onderzocht werden. In deze laatste groep zat echter één patiënt, die een recidief-cryptokokkenmeningitis kreeg, als gevolg waarvan de therapie met zidovudine gestaakt werd. Hierna steeg bij deze patiënt de HIV-Ag-spiegel in de liquor cerebrospinalis sterk. Men trok hieruit de conclusie dat het waarschijnlijk om een rebound-fenomeen ging en dat een eenmaal begonnen zidovudinetherapie gecontinueerd moet worden. In dit verband lijkt het mij vrij essentieel te weten, hoe doorgaans het verloop van HIV-Ag-spiegels in de liquor van AIDS-patiënten met (zowel een positieve, maar vooral) een negatieve liquor cerebrospinalis is, met en zonder zidovudinetherapie. Zeker aangezien voortzetting van de therapie kennelijk niet altijd mogelijk is en staken van een eenmaal begonnen therapie nogal wat gevolgen heeft. Bovendien heeft deze therapie bijwerkingen (leukopenie, voorzover ik begrepen heb) en lijkt het vooralsnog niet de beoogde (neurologische) resultaten op te leveren. Misschien een reden deze therapie voorlopig alleen voor bepaalde geselecteerde patiënten te reserveren?

J.N. Claasen

Amsterdam, oktober 1988,

Wij danken collega Claasen voor zijn reactie op bovengenoemd artikel. Voor de sterke stijging van het HIV-Ag in de liquor cerebrospinalis bij de patiënt met de recidief-cryptokokkenmeningitis, hebben wij een rebound-fenomeen niet genoemd als waarschijnlijke maar als mogelijke verklaring. De recidief-meningitis wordt eveneens genoemd als mogelijke verklaring. Over het verloop van HIV-Ag-spiegels in de liquor zonder behandeling met zidovudine kan het volgende gezegd worden. Bij longitudinaal liquoronderzoek bij 27 AIDS-patiënten die niet met zidovudine werden behandeld, bleek dat bij 7 patiënten voortdurend de liquor HIV-Ag-positief was, bij 5 patiënten voorbijgaand HIV-Ag-positief; bij 1 patiënt werd de liquor HIV-Ag-positief en bij 14 patiënten bleef de liquor HIV-Ag-negatief.1 De andere drie door ons beschreven patiënten werden nog enige tijd gevolgd. Gedurende deze follow-up, variërend van 4-5 maanden, werden zij behandeld met zidovudine. In deze periode bleef aller liquor HIV-Ag-negatief. Dit werd ook waargenomen bij een asymptomatische met HIV geïnfecteerde man die met zidovudine werd behandeld.2 Zidovudine lijkt dus goed in staat de virusreplicatie in de liquor te remmen. Of onderbreken of staken van een eenmaal begonnen zidovudine-therapie extra risico's met zich meebrengt, staat nog niet vast. Door Helbert et al. werd een acute meningo-encefalitis beschreven na een zidovudine-dosis-reductie maar dit beeld is tot op heden niet door anderen beschreven.3 Hoewel in onze onderzoeksgroep tijdens behandeling met zidovudine geen duidelijke neurologische verbetering is waargenomen, is dit wel door anderen beschreven bij zowel volwassenen (gebruikte zidovudine-dosering 6 x daags 250 mg), als kinderen met neurologische symptomen.45 De kinderen werden overigens behandeld door middel van continue intraveneuze toediening van zidovudine. Voorts leidt behandeling met zidovudine bij patiënten met AIDS of AIDS-related complex tot toename van de overlevingsduur en een verminderd optreden van opportunistische infecties6 en zijn de neurologische symptomen zelden de enige reden waarom dit middel wordt voorgeschreven.

J. de Gans
J.M.A. Lange
Literatuur
  1. Portegies P, Epstein LG, Tjong A Hung S, Gans J de, Goudsmit J. HIV-1 antigen in cerebrospinal fluid correlates with clinical neurological status. Arch Neurol. Ter perse.

  2. Wolf F de, Lange JMA, Goudsmit J, et al. Effect of zidovudine on serum human immunodeficiency virus antigen levels in symptom-free subjects. Lancet 1988; i: 373-6.

  3. Helbert M, Robinson D, Peddle B, et al. Acute meningo-encephalitis on dose-reduction of zidovudine. Lancet 1988; i: 1249-52.

  4. Yarchoan R, Berg G, Brouwers P, et al. Response of human-immunodeficiency-virus-associated neurological disease to 3‘-azido-3’-deoxythymidine. Lancet 1987; i: 132-5.

  5. Pizzo PA, Eddy J, Falloon J, et al. Effect of continuous intravenous infusion of zidovudine (AZT) in children with symptomatic HIV infection. N Engl J Med 1988; 319: 889-96.

  6. Fischl MA, Richman DD, Grieco MH, et al. The efficacy of azidothymidine (AZT) in the treatment of patients with AIDS and AIDS-related complex. N Engl J Med 1987; 317: 185-91.