Dalende trend van gonorroe in Nederland; betekenis voor de AIDS-epidemie?

Onderzoek
M.J.W. van de Laar
J.A.R. van den Hoek
J. Pickering
G.J.P. van Griensven
R.A. Coutinho
H.P.A. van de Water
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:647-52
Abstract

Samenvatting

Vanaf 1981 daalt de aangifte van gonorroe in ons land, dus nog vóórdat de AIDS-epidemie bekend werd. Deze dalende trend van gonorroe en mogelijke redenen ervan zijn nader onderzocht. Omdat het aangiftepatroon niet alleen door de incidentie maar ook door andere factoren beïnvloed kan worden, zijn de aangiftecijfers over de periode 1976-1988 bestudeerd in samenhang met gedetailleerde gegevens van de twee Amsterdamse SOA-poliklinieken. De daling wordt vanaf 1983 versterkt door een forse afname van gonorroe bij homobiseksuele mannen, waarschijnlijk als gevolg van gedragsverandering vanwege AIDS. Er zijn minder aanwijzingen voor gedragsveranderingen bij heteroseksuele groepen.

Het percentage recidivisten onder gonorroepatiënten in de SOA-poliklinieken neemt toe. Dit zou erop kunnen wijzen dat seksueel zeer actieve groepen doorgaan met riskant seksueel gedrag, ondanks de voorlichtingsactiviteiten in het kader van de AIDS-epidemie.

Auteursinformatie

Nederlands Instituut voor Praeventieve Gezondheidszorg-TNO, Postbus 124, 2300 AC Leiden.

Mw.ir.M.J.W.van de Laar, epidemioloog; dr.H.P.A.van de Water.

GG & GD, afd. Volksgezondheid en Milieu, Amsterdam.

Mw.J.A.R.van den Hoek; dr.G.J.P.van Griensven, methodoloog; prof.dr.R.A.Coutinho, medisch microbioloog.

University of Georgia, USA.

Dr.J.Pickering, epidemioloog.

Contact mw.ir.M.J.W.van de Laar

Verbeteringen
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties