Samenvatting
Bepaalde geneesmiddelen hebben van zichzelf ongunstige farmacokinetische eigenschappen; zij worden bijvoorbeeld slecht geabsorbeerd of te snel afgebroken in de lever. In sommige gevallen kan het toevoegen van een farmacokinetische hulpstof, waarbij dus bewust een geneesmiddelinteractie wordt veroorzaakt, uitkomst bieden. Dit concept is tot nu toe het meest toegepast in de hiv-behandeling, waar toevoeging van de CYP3A-remmers ritonavir en cobicistat de plasmaspiegels van andere hiv-medicatie sterk verhoogt. Ritonavir is om diezelfde reden toegevoegd aan nirmatrelvir, het nieuwe orale antivirale middel tegen SARS-CoV-2. Naast een betere of langere werking maakt zo’n hulpstof theoretisch gezien ook lagere doseringen mogelijk, wat kosten bespaart. Het bewust opwekken van een farmacokinetische interactie is niet zonder risico. Er kunnen immers ook interacties met andere CYP3A-substraten optreden. Toch denken wij dat met goed interactiemanagement CYP3A-remmers veilig kunnen worden toegepast, met voordelen voor patiënt en maatschappij.
Reacties