Rectificatie
Erratum
Ned Tijdschr Geneeskd. 2016;160:A9693
Op dit artikel is de volgende verbetering gekomen:
De verklarende tekening en het onderschrift bij figuur a zijn niet correct; het abces is niet zichtbaar op deze MRI-scan. De juiste tekening en het bijbehorende figuuronderschrift van figuur 1a staan hieronder.
Daarnaast stond in de hoofdtekst: ‘Ook wordt rechts in de onderbuik een abces gezien met een afmeting van 8 x 5 cm (zie figuur a).’ Dit moet zijn: ‘Ook wordt rechts in de onderbuik een abces gezien met een afmeting van 8 x 5 cm.’
Dames en Heren,
In Nederland heeft 40% van de vrouwen een vaginale prolaps tot aan het hymen van de vagina.1 Chirurgische correctie van deze prolaps is een van de behandelopties, maar er is een hoog risico op een recidief na een operatie met lichaamseigen weefsel. Door het gebruik van vaginale implantaten is het recidiefrisico weliswaar afgenomen, maar deze ingreep brengt complicaties met zich mee. Deze klinische les richt zich op het herkennen en behandelen van patiënten met implantaatgerelateerde klachten.
Van alle prolapsoperaties wordt 29% verricht vanwege een recidief van een prolaps.2 Toen de vaginale implantaten (ook wel vaginale ‘meshes’ of ‘matjes’ genoemd) beschikbaar kwamen implementeerden gynaecologen wereldwijd deze techniek snel en breidden het indicatiegebied uit, zonder dat er echt overtuigend wetenschappelijk bewijs voor was in de vorm van klinisch onderzoek. Later werd duidelijk dat het opheffen van een prolaps door plaatsing van een vaginaal implantaat gepaard kan gaan…
Reacties