Symposium gehouden op 12 april 1991 te Haarlem
B.van Cranenburgh (Amsterdam), De fysiologie van de pijn
Bij chronische pijn is de samenhang tussen pijn en weefselschade meestal onduidelijk.1 Men kan 4 dimensies van pijn onderscheiden: de noxische prikkel, de nociceptie (de omzetting in zenuwactiviteit), de pijngewaarwording en het pijngedrag (klagen, medicijnen slikken, in bed liggen etc.). De pijlen A tot en met F in de figuur geven aan dat deze 4 niveaus niet direct samen hoeven te hangen. Pijl B bijvoorbeeld betekent: geen schadelijke prikkel, wel zenuwimpulsen; en pijl D: geen prikkel, geen zenuwimpuls, maar wel pijn. Heel vaak…
Reacties