Samenvatting
- Trigeminale autonome cefalalgie (TAC) is een verzamelnaam voor 4 verschillende primaire hoofdpijnsyndromen die pathofysiologisch en klinisch zeer veel overlap met elkaar vertonen.
- De 4 verschillende TAC’s zijn: clusterhoofdpijn, paroxismale hemicrania, kortdurende éénzijdige neuralgiforme hoofdpijnaanvallen en hemicrania continua.
- TAC’s worden gekenmerkt door frequente, strikt unilaterale, (zeer) hevige hoofdpijnaanvallen met ipsilaterale craniale autonome verschijnselen, een intrinsieke bewegingsonrust of allebei.
- Er kan onderscheid gemaakt worden tussen de 4 TAC’s op basis van de verschillen in de duur en frequentie van de hoofdpijnaanvallen.
- De behandeling van clusterhoofdpijn bestaat uit een aanvals- en onderhoudsbehandeling.
- Hoofdpijnaanvallen in het kader van paroxismale hemicrania en hemicrania continua reageren (bijna) altijd op behandeling met indometacine.
- Er komen steeds meer therapieën beschikbaar die gericht zijn op neuromodulatie, zoals N.-vagusstimulatie, stimulatie en blokkade van het ganglion sphenopalatinum, stimulatie en blokkade van de N. occipitalis, en diepe hersenstimulatie.
Artikelinformatie
Aanvaard op
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2020;164:D4870
Vakgebied
Reacties