Samenvatting
Doel
Onderzoeken of longparenchymsparende resectie (‘sleeve’-resectie) een veilig en oncologisch verantwoord alternatief is voor pneumonectomie bij patiënten met centraal gelegen longtumoren. Daarnaast is geëvalueerd in hoeverre deze techniek in de huidige Nederlandse situatie wordt toegepast.
Opzet
Retrospectieve cohortstudie.
Methode
Patiënten die in de periode januari 1995-januari 2010 vanwege een centraal gelegen niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) een longparenchymsparende procedure of een pneumonectomie ondergingen, werden geïncludeerd. Vroege mortaliteit, perioperatieve complicaties, overleving en ziektevrije overleving in beide groepen werden vergeleken. Overleving werd berekend volgens de Kaplan-Meier-methode.
Resultaten
78 patiënten ondergingen een sleeve-resectie en 89 patiënten een pneumonectomie. Vroege mortaliteit (gedurende de opname of binnen 30 dagen na operatie) bedroeg in de sleeve-resectiegroep 1,3% (n = 1), en in de pneumonectomiegroep 9,0% (n = 8) (p = 0,038). In de sleeve-resectiegroep had 6,4% (n = 5) een bronchopleurale fistel en dit was 4,5% (4) in de pneumonectomiegroep (p = 0,735). De mediane overleving in de sleeve-resectiegroep was 90 maanden, de 1- en 5-jaarsoverleving waren respectievelijk 88 (SD: 4) en 61% (SD: 6). De pneumonectomiegroep had een mediane overleving van 17 maanden, met een overleving na 1 en 5 jaar van respectievelijk 63 (SD: 5) en 24% (SD: 5). Het verschil in overleving was significant (p
Conclusie
Patiënten met een centraal gelegen NSCLC die een longparenchymsparende procedure ondergaan, hebben een lagere mortaliteit en betere overleving dan patiënten bij wie een pneumonectomie werd verricht.
Reacties