Champignonkwekerslong; klinische diagnostiek en behandeling

- The objective of this study was to give a description of the clinical picture, diagnosis and treatment in 19 patients with mushroom grower's lung. Of these patients, six worked at mushroom compost manufacturing, seven were traced by means of a nationwide enquiry among mushroom growers and six were referred by GPs. The following factors were measured after provocation at the worksite: pulmonary function, blood gas values, leukocyte count and body temperature. On the day of the provocation and on a control day chest X-rays were made.

The most frequent complaints were dyspnoea and fever (in 15 and 13 patients, respectively). Serological tests in 16 of the 19 patients revealed antibodies against various fungi that occur in locations where mushroom compost is handled. Six to 12 hours after the provocation, all patients showed a rise of the mean body temperature from 37.1 to 38.4°C; the mean leukocyte count rose from 7.7 to 17.0 x 10⁹l. Lung function studies revealed restrictive disorders: the mean VC fell from 5.15 to 4.50 l, the TLC from 6.80 to 6. 18 l. The differences, tested with Wilcoxon's two-sample test were significant (p <0.001). Roentgenological abnormalities were seen in two patients (reticular lung image).

Treatment consisted of preventive measures, such as improved air conditioning at the worksite, wearing masks, wetting the compost to keep it from flying about, and supplying pretreated compost requiring no personal preparation.

Samenvatting

Het doel van dit onderzoek was een beschrijving te geven van het klinische beeld, de diagnostiek en de behandeling bij 19 patiënten met een champignonkwekerslong. Van de patiënten werkten er 6 in de champignoncompostfabricage, 7 werden door middel van een landelijke enquête onder champignonkwekers opgespoord en 6 werden door de huisarts verwezen. Na provocatie op de werkplek werden gemeten: de longfunctie, bloedgaswaarden, het aantal leukocyten en de lichaamstemperatuur. Op de dag van provocatie en op een controledag werd een thoraxfoto gemaakt.

De meest voorkomende klachten waren kortademigheid en koorts (respectievelijk bij 15 en 13 patiënten). Bij serologisch onderzoek werden bij 16 van de 19 patiënten antilichamen aangetoond tegen diverse schimmels die voorkomen in de ruimten waar met champignoncompost wordt gewerkt. De provocatietests lieten 6 tot 12 h na de provocatie bij alle patiënten een stijging zien van de lichaamstemperatuur van gemiddeld 37,1 tot 38,4°C; het aantal leukocyten steeg van van gemiddeld 7,7 tot 17,0 x 10⁹l. Bij het longfunctie-onderzoek werden restrictieve stoornissen gezien: de VC daalde van gemiddeld 5,15 naar 4,50 l, de TLC van 6,80 naar 6,18 l. De verschillen, getoetst met de Wilcoxon-toets voor gepaarde waarnemingen, waren significant (p < 0,001). Bij 2 patiënten werden röntgenafwijkingen gezien (fijnvlekkig longbeeld).

De behandeling van de patiënten bestond uit het nemen van preventieve maatregelen, zoals verbetering van de luchtbehandeling op de werkplek, het dragen van maskers, het nat maken van de compost om verstuiving tegen te gaan en het verstrekken van voorbewerkte compost die niet meer eigenhandig hoeft te worden bewerkt.