In dit nummer van het Tijdschrift presenteren Van Norden en collega’s hun onderzoek naar de relatie tussen de aanwezigheid van cerebrale microbloedingen en cognitief functioneren in een cohort niet-demente ouderen met bekende ‘cerebral small vessel disease’ (CSVD), een aandoening van de kleine hersenvaten.1 Uit de resultaten blijkt dat de aanwezigheid, het aantal en de locatie van microbloedingen ieder onafhankelijk gerelateerd zijn aan het cognitief functioneren. De auteurs vermoeden zelfs een causale rol voor microbloedingen in het ontstaan van cognitieve disfunctie. Hiermee ben ik het oneens. Naar mijn mening zijn microbloedingen waarschijnlijk een belangrijk epifenomeen, als uiting van het onderliggende pathofysiologisch mechanisme. De onderzoekers pleiten ook voor het meenemen van microbloedingen in de evaluatie van vasculaire cognitieve disfunctie. Vanuit wetenschappelijk oogpunt ben ik het hier wel mee eens. Echter, voor de dagelijkse klinische praktijk is het nog maar de vraag of het kunstmatig scheiden van de verschillende markers voor CSVD…
Cerebrale microbloedingen en cognitieve disfunctie: causale rol of uiting van onderliggend vaatlijden?
Study results recently published in the Dutch Journal of Medicine show a relationship between cerebral microbleeds and the cognitive functioning of elderly patients with cerebral small vessel disease. Contrary to those results, I believe this relationship is based on underlying vasculopathy rather than microbleeds as causative factor of cognitive dysfunction in this group. Furthermore, although the authors propose taking microbleeds into account in the evaluation of elderly patients with cognitive dysfunction suffering from cerebral small vessel disease, the search for microbleeds in a patient with cerebral small vessel disease on brain MR suspected of having (vascular) cognitive dysfunction has neither therapeutic nor diagnostic value in clinical practice to date.
Conflict of interest: none declared. Financial support: none declared.
Reacties