Samenvatting
- Neisseria meningitidis en Streptococcus pneumoniae zijn de frequentste verwekkers van bacteriële meningitis. Door de succesvolle vaccinatie tegen Haemophilus influenzae type b is de incidentie van Haemophilus-meningitis in Nederland zo laag dat men bij de keuze van empirische antimicrobiële therapie voor een patiënt met meningitis geen rekening met dit micro-organisme hoeft te houden.
- Acute bacteriële meningitis wordt meestal gekenmerkt door braken (vooral bij kinderen), hoofdpijn, koorts en nekstijfheid. Ook zonder deze symptomen kan een patiënt acute bacteriële meningitis hebben. Bij zuigelingen zijn de klinische verschijnselen weinig specifiek.
- Alle patiënten met meningeale-prikkelingsverschijnselen of andere uitingen van bacteriële meningitis dienen met spoed een lumbale punctie te ondergaan. Liquoronderzoek is niet geïndiceerd bij een convulsie bij koorts bij kinderen van 6 maanden tot 6 jaar zonder andere klinische verschijnselen en ook niet ter controle aan het einde van de behandeling van bacteriële meningitis als de patiënt goed op de behandeling heeft gereageerd.
- Papiloedeem of focale neurologische verschijnselen vormen bij een patiënt met bacteriële meningitis een contra-indicatie voor het doen van een lumbale punctie, tenzij een CT-scan van de hersenen is gemaakt waaruit blijkt dat dit veilig kan. Het maken van een CT-scan mag niet leiden tot uitstel van de antibiotische behandeling.
- Huisartsen behandelen patiënten bij wie zij een meningokokkenziekte vermoeden het beste door hen zo snel mogelijk te laten opnemen zonder zelf parenteraal een antibioticum toe te dienen.
- Het is in Nederland nog steeds verantwoord om ook patiënten bij wie een pneumokokkenmeningitis wordt vermoed, te behandelen met benzylpenicilline.
- Bij een patiënt met bacteriële meningitis dient een normaal vochtbeleid te worden gevoerd; alleen bij het syndroom van inadequate secretie van antidiuretisch hormoon (SIADH) is vochtbeperking geïndiceerd.
- De behandelend arts is verantwoordelijk voor het voorschrijven van profylaxe aan gezinsleden. De GGD organiseert chemoprofylaxe aan klasgenoten; dit is alleen geïndiceerd als er zich tenminste 2 samenhangende gevallen binnen een maand voordoen.
Reacties