Samenvatting
- In de Wet Foetaal Weefsel zijn het ter beschikking stellen, het bewaren en de toelaatbaarheid van het gebruik van foetaal weefsel nader geregeld. Voor de praktische uitwerking van de wet dient elke instelling waar foetaal weefsel ter beschikking komt, een instellingsreglement op te stellen waarin beschreven wordt hoe de wet in de instelling wordt toegepast.
- In het modelreglement dat is opgesteld door een commissie met onder anderen abortusartsen en gynaecologen onder auspiciën van het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, staat een aantal gedragsregels geformuleerd. Door te handelen volgens dit reglement volgt men de wet. In de klinische praktijk kan, als de omstandigheden dit vereisen, uitsluitend met redenen omkleed van dit modelreglement worden afgeweken.
- In principe kan aan alle vrouwen worden gevraagd om foetaal weefsel af te staan. Basisvoorwaarde voor het includeren van niet-Nederlandse vrouwen is dat mondelinge en schriftelijke communicatie mogelijk zijn. De commissie beschouwt de leeftijd van 16 jaar als een ondergrens en wilsonbekwaamheid als een exclusiecriterium.
- Veel aandacht dient uit te gaan naar het informeren van de vrouw en het vragen om toestemming. Het uitgangspunt is dat de beslissing tot abortus en de beslissing om foetaal weefsel ter beschikking te stellen strikt gescheiden blijven.
- Foetaal weefsel dient als regel niet-herleidbaar, dus geanonimiseerd te worden bewaard.
- Aanpassing van de abortustechniek omwille van het wetenschappelijk onderzoek is niet toelaatbaar.
Reacties