Het antifosfolipidesyndroom (APS) wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van bepaalde autoantistoffen (antifosfolipidenantistoffen) en door klinische verschijnselen zoals trombose, recidiverende abortus en trombocytopenie (tabel 1). Het zogenaamd ‘catastrofaal antifosfolipidesyndroom’ is een levensbedreigende variant van het APS. Het wordt gekarakteriseerd door multipele tromboses die zich in korte tijd in meerdere orgaansystemen manifesteren en die kunnen leiden tot multi-orgaanfalen en het ‘systemische-inflammatoire-responssyndroom’ (SIRS).
Catastrofaal APS komt voor bij minder dan 1% van de patiënten met APS.3 De mortaliteit is met 30-50% hoog,4 maar lijkt met tijdige intensieve immunosuppressieve en immunomodulatoire therapie verminderd te kunnen worden.5 Catastrofaal APS verschilt van de klassieke vorm van APS doordat voornamelijk kleine vaten van de arteriële circulatie zijn aangedaan en meerdere organen tegelijkertijd betrokken zijn.
Tijdens de zwangerschap zijn de klinische verschijnselen van een exacerbatie van APS moeilijk te onderscheiden van het HELLP-syndroom, dat gekenmerkt wordt door hemolyse, trombocytopenie, stollingsactivatie en leverfunctiestoornissen. Bij meer dan…
Reacties