Samenvatting
- Carcinoïde tumoren in de darm zijn langzaam groeiende neuro-endocriene tumoren. Patiënten melden zich veelal met klachten van het carcinoïdsyndroom: aanvallen van diarree en opvliegers.
- Bij de eerste klachten zijn er al metastasen, vrijwel altijd gelokaliseerd in de lever. In een laat stadium kan hartfalen een moeilijk behandelbaar probleem vormen, veroorzaakt door fibrose van de tricuspidalisklep bij langdurig verhoogde bloedspiegels van serotonine.
- Voor de diagnostiek van carcinoïde tumoren wordt gebruikgemaakt van radioactieve stoffen die binden aan hormoonreceptoren, zoals 131I-jobenguaan (131I-MIBG) en indium-111-pentetreotide (111In-octreotide).
- Bij de aanwezigheid van multipele metastasen kan de behandeling alleen palliatief zijn. Dit kan met het somatostatineanalogon octreotide, interferon alfa, radioactief MIBG en niet-radioactief MIBG; deze middelen kunnen ook in combinatie toegepast worden.
- Het effect van de genoemde behandelingen is ongeveer hetzelfde: in 60-80 verbeteren de klachten, in 30-50 treedt een biochemische respons op, dat wil zeggen vermindering van de hoeveelheid afbraakproducten in de urine van de hormonen die door de tumor worden geproduceerd, en in 0-12 wordt de tumor kleiner.
Reacties