Inleiding
Vanwege hun bijzondere biochemische en endocrinologische eigenschappen en hun grillig klinisch gedrag hebben carcinoïde tumoren altijd in de belangstelling gestaan. De eerste klinische beschrijvingen van carcinoïde tumoren en het carcinoïd-syndroom dateren uit respectievelijk 1888 en 1890.12 De naam ‘carcinoïd’ werd door Oberndorfer aan deze tumoren gegeven, omdat ze in hun bouw op een carcinoom leken, maar een minder maligne gedrag vertoonden.3 Dat deze tumoren van endocriene origine zouden kunnen zijn, werd reeds in 1914 gesuggereerd.4 Het concept van het ‘amino precursor uptake and decarboxylation’ (APUD)-celsysteem was een belangrijke volgende stap in het inzicht in de ontstaanswijze van deze tumoren.5
Carcinoïde tumoren van het maag-darmkanaal gaan uit van enterochromaffiene cellen of cellen van Kultchitsky, gekenmerkt door hun kleurbaarheid met chroomzouten. Karakteristiek is de positieve zilverkleuring. Argentaffiene cellen bevatten serotonine en kleuren daarom direct met zilvernitraat; argyrofiele cellen bevatten geen serotonine en vertonen alleen een positieve…
Reacties