Carcino-embryonaal antigeen en de nacontrole van patiënten met een in opzet curatief gereseceerd coloncarcinoom: een besliskundige Markov-analyse

– The follow-up of colon cancer patients by monitoring serum carcinoembryonic antigen has advantages (better survival after early detection of recurrence by CEA rise) as well as disavantages (false-positive rise of CEA, and early detection of incurable recurrences in asymptomatic patients). The effects of CEA follow-up on quality-adjusted life expectancy (QUALE) of patients with curatively resected colon carcinoma have been simulated by a Markov analysis using literature data.

The value of CEA seems insignificant and varies, depending on the literature data used, from a mean increase of QUALE by 6 days ( 0.4) to a mean decrease by 2 days (- 0.07). This value depends on patient-related variables; the negative effects of CEA especially predominate in older patients with favourable Dukes‘ stages of primary tumour.

Samenvatting

De biochemische nacontrole van coloncarcinoom-patiënten met behulp van carcino-embryonaal antigeen (CEA) heeft zowel voordelen (betere levensverwachting bij vroege detectie van recidieven op basis van CEA-stijging) als nadelen (fout-positieve CEA-stijging en vroege detectie van incurabele recidieven bij asymptomatische patiënten). In een besliskundige Markov-analyse is, op basis van literatuurgegevens, bekend welke invloed deze verschillende effecten hebben op de kwaliteitgecorrigeerde overleving van patiënten met een in opzet curatief gereseceerd coloncarcinoom.

De waarde van CEA lijkt gering en varieert, afhankelijk van de gebruikte gegevens, van een gemiddelde verbetering van de kwaliteitgecorrigeerde overleving met 6 dagen ( 0,4) tot een gemiddelde verslechtering met 2 dagen (- 0,07). Deze waarde is onder meer afhankelijk van patiëntgebonden variabelen: bij oudere patiënten met een gunstig Dukes-stadium van de primaire tumor overheersen de nadelige effecten.