Samenvatting
Er is steeds meer behoefte aan een direct beschikbaar materiaal met goede kwalitatieve eigenschappen voor herstel van grote botdefecten. Hoewel autogeen spongieus bot de beste eigenschappen bezit ten aanzien van de biocompatibiliteit, is de beperkte beschikbaarheid een groot nadeel. Zowel allogene als xenogene bottransplantaten hebben immunologische nadelen en zijn mede daardoor niet biocompatibel.
In de laatste drie decennia zijn keramische materialen en composieten ontwikkeld tot waardevolle materialen voor het vervangen van bot in grote defecten. Met name nieuwe resorbeerbare calciumfosfaatcomposieten vormen een interessante groep. Deze materialen zijn eenvoudig te gebruiken door hun pasta-achtige consistentie. De resorbeerbaarheid wordt beïnvloed door de poederdeeltjesgrootte, de kristalliniteit en de samenstelling. Tot op heden zijn geen serieuze bijwerkingen na implantatie van deze materialen bekend.
Meer klinische ervaring moet verworven worden, met name met composieten en combinaties met antibiotica, botgroeifactoren en collageen, om de plaats van deze moderne calciumfosfaten bij botvervanging en botaanvulling te kunnen bepalen.
Reacties