De verdere ontwikkeling van een landelijk screeningsprogramma voor vroegtijdige opsporing van borstkanker bij vrouwen staat volop in de belangstelling en is, ook in dit tijdschrift, reeds enige malen aan de orde geweest.12 De resultaten van de proefprojecten in Utrecht en Nijmegen 3 4 onderbouwden het in 1987 door de Gezondheidsraad definitief opgestelde advies aan de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (WVC) om in ons land tot een screeningsprogramma te komen, vooralsnog voor de leeftijdscategorie van 50 tot 70 jaar, doch ook met de aanbeveling om het uit te breiden naar de leeftijdscategorie beneden de 50 jaar. De resultaten van soortgelijke projecten in het buitenland, zoals in Zweden6 en – in mindere mate – in de Verenigde Staten,7 leken dit advies te ondersteunen.
Het valt buiten het bestek van dit artikel in detail te beschrijven langs welke weg de verdere voortgang van dit project zal moeten…
Reacties