Samenvatting
Doel
Inventarisatie van het gebruik van borst- en flesvoeding en van de beweegredenen om borstvoeding af te bouwen in de eerste 4 levensmaanden.
Opzet
Beschrijvend.
Methode
121 consultatiebureau-artsen werkzaam bij 40 zorgorganisaties verspreid over het land noteerden gegevens van alle zuigelingen van 0-3 maanden die in de periode 1 april-30 juni 1998 voor het eerst een zuigelingenbureau van deze artsen bezochten: demografische gegevens van de moeder, het kind en het consultatiebureau, de voeding op de dag van de geboorte en op de leeftijd van 2 weken, wijzigingen in voeding tot op de leeftijd van 4 maanden en de redenen daarvoor.
Resultaten
Van de 4438 zuigelingen (51 jongens en 49 meisjes) kreeg 76 op de dag van de geboorte borstvoeding, alleen of in combinatie met flesvoeding. Op de leeftijd van 2 maanden was dit 51 en op de leeftijd van 4 maanden 33. Borstvoeding werd meer gestopt vanwege kindgebonden (63) dan vanwege moedergebonden redenen (46). De meest voorkomende kindgebonden reden was het idee van de moeder dat de baby honger had (24). De daarna meest voorkomende redenen waren huilen (12) en darmkrampen (8). De voornaamste moedergebonden redenen om geheel of gedeeltelijk te stoppen met borstvoeding waren werkhervatting (20), lichamelijke problemen (8) en het gevoel van beperking in de persoonlijke vrijheid (7). 71 van de moeders nam zelf het initiatief om te stoppen met borstvoeding.
Reacties