Dames en Heren,
Formijne en Mandema noemen in hun Leerboek der anamnese en der fysische diagnostiek de meting van de lichaamstemperatuur ‘een noodzakelijk onderdeel van de klinische diagnostiek, waarbij regelmatige temperatuurmeting enkele malen per dag gedurende enige tijd in veel gevallen waardevolle gegevens kan verschaffen’.1 De lichaamstemperatuur kan in de dagelijkse praktijk op drie plaatsen worden vastgesteld, namelijk de oksel, de mond en het rectum. Meestal wordt aan de rectale meting de voorkeur gegeven omdat daarmee de centrale lichaamstemperatuur het best benaderd zou worden.23 Het opnemen van de rectale lichaamstemperatuur met een thermometer lijkt een onschuldige handeling, maar aan de hand van de volgende ziektegeschiedenissen willen wij illustreren dat deze meting kan leiden tot ernstige complicaties.
Patiënt A, een 55-jarige man met ischemische cardiomyopathie, nefrolithiasis en recidiverende urineweginfecties, werd opgenomen met koorts (38,0°C), die bleek te berusten op een urineweginfectie. Als medicatie gebruikte hij onder andere acenocoumarol…
Reacties