Samenvatting
Bij 100 patiënten, in de periode van februari 1989 tot september 1989 opgenomen op de geriatrische afdeling van Ziekenhuis Rijnstate te Arnhem, werd nagegaan wat de waarde was van een kweek van gewassen, spontaan geloosde urine in vergelijking met een kweek van catheterurine als gouden standaard.
Bij 71 van de 100 patiënten was het mogelijk gewassen, spontaan geloosde urine en catheterurine voor kweek af te nemen. Daar bij 4 patiënten een verontreinigde kweek werd vastgesteld, werden 67 patiënten (22 mannen, 45 vrouwen) in het onderzoek opgenomen; de gemiddelde leeftijd was 81,1 jaar. Bij 64 van de 67 patiënten (96) was de uitslag van de kweek van gewassen, spontaan geloosde urine gelijk aan de uitslag van de kweek van catheterurine. Bij 1 patiënt werd een fout-positieve uitslag vastgesteld; bij 2 patiënten werden fout-negatieve uitslagen vastgesteld.
Bij 28 van de onderzochte patiënten werd een bacteriurie vastgesteld. Bij 3 van de 4 patiënten met een urineweginfectie waren de typische cystitisklachten afwezig, maar was sprake van geriatrische presentatie met verslechtering van het lichamelijk en (of) psychisch functioneren.
Een kweek van gewassen, spontaan geloosde urine bleek bij de onderzochte groep patiënten voldoende betrouwbaar om de diagnose ‘urineweginfectie’ te bevestigen.
Reacties