Rectificatie
Samenvatting
Doel
Analyseren of er sprake is van een trend in kwaliteit van levenseindezorg en kwaliteit van sterven bij dementie volgens het oordeel van familieleden.
Opzet
Onderzoek met de individuele patiëntengegevens uit 3 studies, waarvan 2 uitsluitend retrospectief (na overlijden) waren en 1 deels ook prospectief was.
Methode
Wij combineerden de gegevens over 372 psychogeriatrische bewoners met dementie uit 38 verpleeghuizen en 13 verzorgingshuizen, over de periode 2005-2010. De uitkomstmaten waren de ‘End-of-Life in Dementia (EOLD)-Satisfaction With Care’-score (SWC; schaal 10-40) voor kwaliteit van ofwel tevredenheid met levenseindezorg, en de EOLD-‘Comfort Assessment in Dying’-score (CAD; schaal 12-42) voor kwaliteit van sterven ofwel comfort. Regressie-analyses met tijd (trend) als onafhankelijke factor werden uitgevoerd met correctie voor clustering van bewoners binnen huizen. Wij corrigeerden verder voor verschillen tussen bewoners, huizen en studie-opzet.
Resultaten
Wij vonden een consistente trend van een grotere tevredenheid met de levenseindezorg door de jaren heen onder familieleden van bewoners met dementie (ongecorrigeerd 0,5 punt per jaar toename op de SWC-schaal en gecorrigeerd 1,2 punten; gemiddelde totaalscore: 32,4 (SD: 5,3)). De resultaten voor de CAD-schaal (gemiddeld: 32,2 (SD: 5,7)) waren niet eenduidig; alleen de uitsluitend retrospectief verzamelde gegevens wezen op meer comfort. Op item- en subschaalniveau bleek dat familie met name tevredener was over algemene maatregelen voor de bewoner en emotionele ondersteuning van henzelf; men zag verder minder emotioneel lijden bij de bewoner.
Conclusie
Wij vonden een positieve trend van meer tevredenheid met de levenseindezorg. Mogelijk hebben bewoners volgens hun familie ook een comfortabeler levenseinde gehad. Voortgaande surveillance van kwaliteitsuitkomsten aan het levenseinde is van belang nu het zorgbudget meer onder druk komt te staan.
Reacties