artikel
Hoe zou het gegaan zijn bij de verwijzing van de patiënt uit de klinische les van deze week (A6581)? We fantaseren over hoe de huisarts en de specialist met elkaar overleggen.
‘Beste collega, ik heb een patiënt. Dat is nu zo raar … Mevrouw X. kan opeens niet meer scherp zien. Ik weet niet wat er is, maar kan ik haar niet even bij je laten langskomen?’
‘Goed dat u mij te pakken krijgt, interessant probleem, sinds wanneer kan ze niet meer zo goed zien en hoe slecht ziet zij eigenlijk? U hebt toch wel gekeken?’
‘Ja, natuurlijk heb ik gekeken. Dat doe ik altijd. Haar visus? Ik denk dat die wel goed is. Ze heeft wel wijde pupillen en nee, ze is niet comateus, maar ze zit gewoon tegenover me.’
‘En heeft ze geen rood oog? Want dan kan het zijn dat ze een infectie heeft of een ander onderliggende ziekte zoals de ziekte van Crohn (A5703) en dan moet ze naar de MDL-arts. Maar als ze geen buikklachten heeft…’
‘Ze heeft géén rood oog en ook geen buikpijn.’
‘Juist ja … . Waar denkt u eigenlijk aan?’
‘Nee, ik heb geen diagnose. Voor zover ik weet is er niets bijzonders. Gisteren had ze ook nog niets; ze is gewoon haar griepvaccinatie wezen halen.’
‘U zei dat ze wijde pupillen had? En als u nu met een lampje schijnt, reageren ze dan wel op licht?’
‘Nee, dat doen ze niet ze zijn gewoon stijf.’
‘Dat is niet best, laat haar maar komen.’
Vaak gaan verwijzingsgesprekken naar onze ervaring zo. Niet al te systematisch, met een mengelmoesje van diagnostisch denken en triagedenken, waarbij er nogal wat informatie verloren kan gaan. Terecht heeft de huisarts een niet-pluisgevoel: wijde, lichtstijve pupillen zijn immers een niet alledaags verschijnsel bij een nette niet-verslaafde patiënte. Maar even terecht kan de specialist er niet heel veel mee en bekruipt hem het gevoel dat de huisdokter niet goed gekeken of nagedacht heeft. Beiden leggen geen link tussen de griepvaccinatie en de verschijnselen. Pas bij een slimme derde dokter – en dus in de tweede dbc – blijken er nog meer klachten te zijn. Opeens valt het puzzeltje in elkaar. Had de huisarts de puzzel niet zelf kunnen maken? Wellicht wel, met meer kennis. We zouden in de huisartsenpraktijk vaker zelf iets op kunnen zoeken. Aiossen leren we PICO’s maken, maar dat blijft meestal bij een eenmalige verplichting. Specialisten kijken, begrijpelijk, naar hun eigen vak. En niemand koppelt klachten heel snel aan een vaccinatie of gegeven medicatie. Behalve de patiënt zelf natuurlijk, want die begint het consult nog al eens met de vraag of het niet van de pillen komt. Beter naar de patiënt luisteren, daarvoor zou er kijk- en luistergeld moeten komen, zoals ook op de NTvG-Dag werd bepleit. Als we dan ook nog beter naar informatie zoeken, en vooral ook elkaar duidelijke vragen stellen, dan is de patiëntenpuzzel sneller en goedkoper klaar.
Reacties