Van veel cytostatica is bij experimenteel onderzoek aangetoond dat zij mutagene, teratogene en carcinogene eigenschappen bezitten. Na behandeling met kanker-chemotherapeutica heeft de patiënt een verhoogde kans op een secundaire maligniteit. Het lag daarom voor de hand dat bezorgdheid zou ontstaan over verhoogde risico's die gezonde personen lopen bij blootstelling aan cytostatica in het beroep. In 1970 werd voor het eerst door Ng deze mogelijkheid geopperd.1 De publikatie van Falck et al. in 1979 over mutagene factoren in de urine van verpleegkundigen die met cytostatica omgingen, deed eenieder die zich bezighoudt met cytostatica opschrikken.2 Kritische beschouwingen wezen op de noodzaak tot aanvullend onderzoek. Het bleek namelijk dat roken3 en dieet fout-positieve uitslagen van de Ames-test en gelijksoortige methoden van onderzoek geven, terwijl andere factoren, zoals gelijktijdige blootstelling aan antibiotica, fout-negatieve uitslagen kunnen veroorzaken.
Onderzoek naar het gevaar van de omgang met cytostatica
In de afgelopen jaren is het…
Reacties