Prevalentie van IgE-gemedieerde allergie voor natuurrubberlatex op Rotterdamse operatiekamers

Onderzoek
A.M.H. Bijl
N.W. de Jong
P.G.H. Mulder
R. Gerth van Wijk
H. de Groot
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1999;143:1780-4
Abstract

Samenvatting

Doel

Bepalen van de prevalentie van IgE-gemedieerde latexallergie bij operatiekamer(OK-)medewerkers.

Opzet

Beschrijvend.

Methode

Vaste OK-medewerkers van het Academisch Ziekenhuis Rotterdam werden in mei-juli 1998 onderzocht op allergie voor latex en kruisreagerende allergenen. Er werd gebruikgemaakt van vragenlijsten, serologisch onderzoek en huidtests met diverse allergeenextracten.

Resultaten

De onderzoeksgroep bestond uit 163 personen (respons: 70), 30 mannen en 133 vrouwen, met een gemiddelde leeftijd van 38 jaar (uitersten: 18-60). Er hadden 23 personen (14,1) specifieke IgE-antistoffen tegen latex. Personen met een atopische constitutie hadden een verhoogd risico op latexsensibilisatie (oddsratio: 4,3; 95-betrouwbaarheidsinterval: 1,6-11,4). Van de 23 personen hadden 16 symptomen van urticaria, angio-oedeem, rhinoconjunctivitis en/of dyspnoe.

Conclusie

IgE-gemedieerde latexallergie kwam voor bij 23/163 (14,1) van de OK-medewerkers.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt, afd. Allergologie, Postbus 2040, 3000 CA Rotterdam.

Mw.A.M.H.Bijl, assistent-geneeskundige; mw.N.W.de Jong, analist; dr.R.Gerth van Wijk en dr.H.de Groot, allergologen.

Erasmus Universiteit, vakgroep Epidemiologie en Biostatistiek, Rotterdam.

Dr.P.G.H.Mulder, statisticus.

Contact mw.A.M.H.Bijl

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties