Zie ook het artikel op bl. 833.
De ontdekking en eerste klinische toepassing van insuline in januari 1922 hebben de prognose van diabetes mellitus type 1, eens een aandoening met een gemiddelde levensverwachting van enkele maanden, spectaculair verbeterd.1 Momenteel worden wereldwijd miljoenen mensen met type 1- en type 2-diabetes mellitus met subcutane insuline-injecties behandeld. Ondanks de grote verscheidenheid aan insulinepreparaten, waaronder kort en lang werkende analoga, en toedieningssystemen, zoals de subcutane en de intraperitoneale pomp, lukt het bij veel patiënten niet een goede glucoseregulatie te verkrijgen. Vanuit farmacologisch oogpunt heeft subcutaan toegediende insuline een aantal belangrijke nadelen, zoals de relatief trage resorptie, de aanzienlijke intra-individuele variatie en de noodzaak regelmatig een andere injectieplaats te kiezen.2 Bovendien wordt het injecteren door veel patiënten als belastend ervaren. Bij slecht op orale medicatie ingestelde type 2-diabetespatiënten, dat wil zeggen met een gemiddelde waarde van geglycosyleerde hemoglobine (HbA1c) van…
Reacties