Samenvatting
- Door de recente vooruitgang in de antivirale behandeling van hepatitis C is de drempel om therapie aan te bieden aanzienlijk verlaagd.
- Bij 42-46 van de patiënten met een chronische hepatitis-C-infectie veroorzaakt door virusgenotype 1 is het virus blijvend verdwenen na 48 weken combinatietherapie met peginterferon alfa en ribavirine.
- Bij bijna 80 van de patiënten met een genotype-2- of -3-infectie is dit het geval na 24 weken combinatietherapie.
- De Amerikaanse consensus stelt dan ook dat bij elke patiënt met hepatitis C antivirale therapie overwogen moet worden.
- Identificatie van patiënten, selectie voor therapie, goede informatieverstrekking, begeleiding tijdens therapie en bestrijding van bijwerkingen leiden tot een betere therapietrouw en zijn van groot belang om het therapieresultaat te optimaliseren.
- Ondersteunende begeleiding in ontwenningsprogramma's en adequaat gebruik van selectieve serotonineheropnameremmers dragen hiertoe bij.
Reacties