Samenvatting
Doel
Evaluatie van de eerste opvang en behandeling bij patiënten met een acute bloeding in een leverceladenoom.
Opzet
Beschrijvend.
Plaats
Academisch Medisch Centrum (AMC), Amsterdam.
Methode
In de periode 1989-1996 werden in het AMC 8 vrouwen met een acute bloeding in een leverceladenoom behandeld. Bij 4 was er een intrahepatische bloeding die in aanvang conservatief werd behandeld. De overige 4 patiënten kwamen met een hemoperitoneum waarvoor zij direct laparotomie ondergingen: bij 3 werd de bloeding gestelpt door gaastamponnade en bij 1 werd de tumor verwijderd door bisegmentresectie. Bij alle 7 die aanvankelijk geen resectie ondergingen, werd de tumor later verwijderd door een partiële leverresectie.
Resultaten
Bij alle patiënten stabiliseerde de toestand zich onder initiële conservatieve behandeling of na laparotomie en gaastamponnade. Bij tamponnade werden de gazen na 48 uur verwijderd. De definitieve behandeling, na 2-4 maanden, bestond uit hemihepatectomie rechts (4 patiënten), hemihepatectomie links en (bi)segmentresectie (3). Postoperatieve complicaties werden bij 3 patiënten gezien: geïnfecteerd hematoom, gallekkage en een niet-geïnfecteerd, subfrenisch hematoom. Bij de helft van de patiënten was de pathologische diagnose niet zeker door de gevolgen van de recente bloeding. Bij 1 patiënt was een hooggedifferentieerd hepatocellulair carcinoom niet uit te sluiten.
Conclusie
Bij patiënten met een bloeding in een leverceladenoom zonder tekenen van ruptuur is de behandeling conservatief. Een doeltreffende en veilige, eerste behandeling bij een instabiele patiënt met hemoperitoneum is laparotomie en stelpen van de bloeding door gaastamponnade. Deze opvang kan in ieder algemeen ziekenhuis worden uitgevoerd, waarna de patiënt voor verdere diagnostiek en behandeling kan worden verwezen naar een gespecialiseerd centrum. Het is verstandig de tumor na een maand of 3 operatief te verwijderen.
Reacties