Het Centraal Medisch Tuchtcollege heeft het navolgende overwogen en beslist op het door P, wonende te N, ingestelde hoger beroep van de beslissing van het Medisch Tuchtcollege te C van 22 februari 1988, waarbij haar klacht tegen B, orthopedisch chirurg, wonende te S, is afgewezen.
1. Het Centraal College heeft kennis genomen van de stukken van eerste aanleg; van het proces-verbaal van eerste aanleg; van de beslissing waarvan beroep; van het beroepschrift, ingekomen op 26 april 1988, en het verweerschrift d.d. 28 november 1988.
2. De zaak is in hoger beroep behandeld ter terechtzitting van het Centraal College op 9 februari 1989, alwaar zijn gehoord klaagster, bijgestaan door mr. W, advocaat te K, de arts, bijgestaan door mr. I, advocaat te E, alsmede de getuige H, uroloog te K.
3. Het hoger beroep is tijdig ingesteld. 4. Uit hetgeen daaromtrent door het College in eerste aanleg is vastgesteld en ter…
Reacties