Samenvatting
Doel
Het vergelijken van de effectiviteit van 3 niet-chirurgische behandelingsstrategieën bij patiënten met lumbosacrale radiculaire pijn (LSRP).
Opzet
Gerandomiseerd, open.
Methode
Patiënten die jonger dan 60 jaar waren en LSRP hadden gedurende minder dan een maand waarvoor zij nog niet waren behandeld met bedrust of fysiotherapie, kregen voorgeschreven: bedrust gedurende 7 dagen, fysiotherapie gedurende 4-8 weken of controlebehandeling (zoveel mogelijk doorgaan met het normale leven). Primaire uitkomstmaten waren de mate van radiculaire pijn (visueel-analoge pijnschaal (VAPS)) en de ernst van de beperkingen in het dagelijks leven (‘Quebec-disability’-schaal (QDS)). Secundaire uitkomstmaten waren de percentages patiënten bij wie de conservatieve therapie faalde en bij wie operatie nodig was. Patiënten werden onderzocht bij inclusie en na 1, 2 en 6 maanden.
Resultaten
Er werden 250 patiënten geïncludeerd: 150 mannen (60) en 100 vrouwen (40), met een gemiddelde leeftijd van 39 jaar. De gemiddelde verschillen in scores op de VAPS en de QDS tussen bedrust en controlebehandeling waren 0,9 (95-BI: –8,7-10,4) en –2,7 (–9,9-4,4) punten na 2 maanden en 0,5 (–8,4-9,3) en –2,7 (–10,2-4,8) na 6 maanden. De gemiddelde verschillen in scores op de VAPS en de QDS tussen fysiotherapie en controlebehandeling waren –0,3 (–9,4-10,0) en 0,0 (–7,2-7,3) punten na 2 maanden en –1,0 (–10-8,0) en –0,7 (–8,4-6,9) na 6 maanden. Na 6 maanden waren de oddsratio's voor falen van conservatieve therapie en de noodzaak tot operatie van bedrust versus controlebehandeling 1,6 (0,8-3,5) en 1,5 (0,7-3,6) en van fysiotherapie versus controlebehandeling 1,5 (0,7-3,2) en 1,2 (0,5-2,9).
Conclusie
Bij patiënten met acute LSRP hadden bedrust en fysiotherapie geen beter effect dan het zoveel mogelijk continueren van het dagelijks leven zonder specifieke behandeling.
Reacties