Samenvatting
Een 46-jarige man kwam op de polikliniek Chirurgie met een ulcus op het dorsum van de linker voorvoet. Bij hem was eerder een basaalcelnaevussyndroom vastgesteld, maar hij had zich aan controle onttrokken. Aan de voorvoet bevond zich een diep ulcererend defect en tevens diepe necrose tot aan de metatarsofalangeale gewrichten. Er was een nodulaire huidafwijking ter plaatse van het eerste metatarsofalangeale gewricht, bij histopathologisch onderzoek geduid als een basaalcelcarcinoom, en het ulcus werd begrensd door een opstaande wal. Verder lichamelijk onderzoek onthulde meer dan 200 dermale afwijkingen, die door de geconsulteerde dermatoloog geduid werden als basaalcelcarcinomen; ook werden op de handpalmen en voetzolen multipele putjes gezien door lokaal abnormale verhoorning. Op grond hiervan luidde de diagnose ‘basaalcelnaevussyndroom’. Patiënt werd behandeld door middel van een onderbeenamputatie en de resterende basaalcelcarcinomen werden geëxcideerd en gecuretteerd. Bij de laatste follow-up was de patiënt onder periodieke poliklinische controle bij de dermatoloog.
Het basaalcelnaevussyndroom is een zeldzame, autosomaal dominant erfelijke aandoening. De geschatte prevalentie loopt uiteen van 1 op 57.000 tot en met 1 op 164.000. Het syndroom vindt meestal zijn oorsprong in een mutatie van het ‘patched homolog’(PTCH)-1-gen, gelokaliseerd op chromosoom 9q22.3. Al beïnvloedt het syndroom meerdere orgaansystemen, het meest kenmerkend is het ontstaan van multipele basaalcelcarcinomen.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:2043-6
Reacties