Auto-injectie met epinefrine in de vinger bij een 5-jarig kind

- A 5-year-old boy with food allergies complicated by anaphylactic reactions with dyspnoea and angioedema had been prescribed an autoinjector with epinephrine (0.15 mg) so that his parents could treat him at home if necessary. The patient accidentally injected himself in a finger, which likely makes him the youngest patient to receive an epinephrine auto-injection reported to date. Treatment consisted of phentolamine (0.15 mg in 0.5 ml normal saline) injected subcutaneously at the site of accidental injection; the dose and volume were not adapted according to the age and body weight of the patient as only a local effect was intended. Finger circulation was restored within 20 minutes. Headache, nausea and vomiting were observed after 30 minutes and were most likely a systemic side effect of phentolamine. No other complications occurred. The patient recovered fully and was discharged the following morning. Intramuscular epinephrine autoinjection is standard therapy for severe anaphylactic reactions. The epinephrine autoinjector was introduced in 1980. As allergy and anaphylaxis become more common, increasing numbers of autoinjectors are prescribed, and it is likely that the number of accidental digital autoinjections will also increase. These digits are then at risk of ischaemic necrosis. There is no consensus on therapeutic strategies in such cases. Phentolamine administration appears to be an effective intervention. However, several recent studies have shown that epinephrine may be used safely in hand surgery, which suggests that accidental digital epinephrine autoinjection may not always require immediate treatment.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:1005-8

Samenvatting

Een 5-jarige jongen, bekend wegens voedselallergieën die werden gecompliceerd door anafylactische reacties met dyspneu en angio-oedeem, had een auto-injector met epinefrine 0,15 mg voorgeschreven gekregen waarmee zijn ouders hem thuis zo nodig konden behandelen. Per ongeluk injecteerde hij zichzelf met de auto-injector in een vinger – daarmee was hij voor zover bekend de jongste patiënt met een dergelijke epinefrineauto-injectie in de literatuur. Als behandeling werd fentolamine 0,15 mg in 0,5 ml fysiologisch zout subcutaan geïnjecteerd via de insteekopening; de dosering en het volume werden niet afgestemd op de leeftijd en het gewicht van de patiënt, omdat alleen een lokaal effect werd beoogd. Binnen 20 min was de circulatie van de vinger hersteld. Na 30 min kreeg de patiënt hoofdpijn, werd hij misselijk en moest hij overgeven; waarschijnlijk ging het hier om een systemische complicatie van de fentolamine. Er waren geen andere complicaties. De patiënt herstelde volledig en werd de volgende morgen uit het ziekenhuis ontslagen. Intramusculaire auto-injectie van epinefrine is een gebruikelijke behandeling voor ernstige anafylactische reacties. De epinefrineauto-injector is in 1980 geïntroduceerd. Wegens de toename van allergie en anafylaxie worden auto-injectoren steeds meer voorgeschreven en daardoor is het te verwachten dat ook het aantal accidentele auto-injecties in de vinger zal toenemen. Bij vingers bestaat het risico van ischemische necrose. Er is geen consensus over het therapeutische beleid daarbij. Fentolaminetoediening lijkt een effectieve interventie. Diverse recente studies laten echter zien dat epinefrine veilig kan worden toegepast in de handchirurgie, hetgeen een aanwijzing is dat accidentele auto-injectie met epinefrine wellicht niet altijd meteen hoeft te worden behandeld.

Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:1005-8