Samenvatting
- Het hart produceert twee verwante hormonen, het atrium natriuretisch peptide (ANP) en het B-type-natriuretisch peptide (BNP). Beide worden in de atria en de ventrikels als propeptiden aangemaakt, die bij uitstoting gesplitst worden in ANP en BNP en in de N-terminale fragmenten N-ANP en N-BNP.
- De belangrijkste functie van ANP en BNP is de bescherming tegen volumeoverbelasting, onder andere door het bevorderen van natriurese en diurese. Beide peptiden kunnen beschouwd worden als natuurlijke tegenhangers van het renine-angiotensinesysteem. Klaring geschiedt via een speciale receptor en door enzymatische afbraak door neutraal endopeptidase (NEP).
- Alle vier natriuretische peptiden (NP's) circuleren in plasma. Verhoogde NP-plasmaconcentraties worden gevonden bij verhoogde vullingsdrukken van het hart, zoals bij acute coronaire syndromen en chronisch hartfalen. Bepaling van NP's is een goed hulpmiddel bij de differentiaaldiagnose van cardiale versus niet-cardiale dyspnoe (hoge negatieve predictieve waarde), bij het identificeren van hartfalenpatiënten met een hoog sterfterisico en bij het optimaliseren van de therapie bij hartfalen.
- Bij rechterventrikeloverbelasting ten gevolge van (gecorrigeerde) congenitale hartafwijkingen en acute longembolie worden eveneens verhoogde NP-concentraties gevonden, evenals bij nierfalen en bij hypertensie gecompliceerd door linkerventrikelhypertrofie.
- Infusies van ANP en BNP bevorderen de diurese en natriurese. Farmacologisch kan een verhoging van ANP en BNP bewerkstelligd worden door toediening van NEP-remmers of bètablokkers.
- NP('s) zullen wellicht even belangrijk gaan worden voor het inschatten van de hartfunctie als creatinine voor het inschatten van de nierfunctie.
Reacties