De centrale stelling van dit eindejaarsnummer luidt: ‘Haast sluipt de geneeskunde binnen…’. Op het eerste gezicht gaat er een vreemde paradox schuil in deze constatering. Immers, hoe is het mogelijk dat de moderne arts haast heeft, gegeven de kracht van zijn of haar behandelarsenaal? De diagnostiek en therapie zijn beter dan ooit tevoren, zodat men zou verwachten dat de moderne arts meer tijd overhoudt dan ooit tevoren.
In de tweede helft van de 20e eeuw werd enorme winst geboekt in de geneeskunde. In de jaren 40 maakte het gebruik van antibiotica een eind aan veel voorheen gevreesde infectieziekten, en sindsdien is de wereld getuige geweest van een schier eindeloze reeks van doorbraken en ontdekkingen. Deze variëren van het beschikbaar komen van glucocorticoïden en psychofarmaca tot open hartoperaties, orgaantransplantaties en belangrijke inzichten op het terrein van preventie, zoals de relatie tussen roken en longkanker.1 Men zou denken dat hoe effectiever…
Reacties