Zie ook de artikelen op bl. 2409, 2438 en 2440.
Door de enorme ontwikkelingen in geneeskundig handelen en geneeskundige technologie is het aanzien van de artsen in de loop der eeuwen anders geworden. In de late middeleeuwen, de periode waarin ziekte en dood de wereld een triest toekomstbeeld gaven – in de dodendans is daaraan uitdrukking gegeven – stond de arts op de 21e plaats van de sociale ladder te midden van advocaat, pastoor, sterrewichelaar en kluizenaar.1 Later nam hij plaats in de voorste gelederen van de sociale rangorde, te midden van de ingenieur en de bankdirecteur en al spoedig in gezelschap van de hoogleraar.2 In 1970 presenteerde Makrotest op verzoek van de Landelijke Huisartsen Vereniging de resultaten van een onderzoek naar de relatie tussen huisartsen en het Nederlandse publiek. Hieruit bleek dat het beroepsprestige van dokter, specialist en professor niet meer zo hoog was: het publiek…
Artikelinformatie
Reacties