Onafhankelijk, multidisciplinair en betrouwbaar

Angio-oedeem ten gevolge van enalapril

P.J.H. Lanting
Th.M. Brouwers
H.R. van Buuren
B.H.Ch. Stricker
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1991;135:335-7
Abstract
Abstract
Sluiten
Enalapril induced angioedema.

- Since 1984 25 cases of enalapril induced angioedema have been reported to the Netherlands Center for Monitoring of Adverse Reactions to Drugs. Two patients with enalapril induced angioedema are described. The pathophysiological mechanism of this potentially lifethreatening adverse effect is probably not a direct allergic response to the drug itself. Enalapril inhibits angiotensin converting enzyme, which not only metabolises angiotensin I but also bradykinin and ‘substance P’. Bradykinin and ‘substance P’ may then accumulate and cause angioedema in a direct or indirect way. It is of great importance that instances of oropharyngeal swelling are considered a possible result of an adverse reaction to ACE-inhibitors.

Samenvatting

Sinds 1984 zijn bij het Bureau Bijwerkingen Geneesmiddelen 25 meldingen binnengekomen van angio-oedeem toegeschreven aan het gebruik van enalapril. Twee patiënten worden beschreven bij wie angio-oedeem optrad ten gevolge van het gebruik van enalapril. Het pathofysiologisch mechanisme van deze potentieel levensbedreigende bijwerking berust waarschijnlijk niet op een allergische reactie op de stof zelf. Enalapril remt het ‘angiotensine converting enzyme’, dat behalve angiotensine I ook bradykinine en ‘substance P’ metaboliseert. Bradykinine en substance P kunnen hierdoor accumuleren en zo direct of indirect angio-oedeem veroorzaken. Het is van groot belang dat zwellingen, met name optredend in het mond-keelgebied, worden onderkend als een mogelijke bijwerking van ACE-remmers.

Artikelinformatie
Aanvaard op

Citeer dit artikel als

Ned Tijdschr Geneeskd. 1991;135:335-7
Vakgebied
Interne vakken
Auteursinformatie

Stichting Deventer Ziekenhuizen, afd. Interne Geneeskunde, H.J.Ph.Fesevurstraat 7, 7415 CM Deventer.

P.J.H.Lanting, assistent-geneeskundige; Th.M.Brouwers, internist.

Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt, afd. Interne Geneeskunde II, Rotterdam.

H.R.van Buuren, internist.

Bureau Bijwerkingen Geneesmiddelen, Rijswijk.

Dr.B.H.Ch.Stricker, inspecteur van de Volksgezondheid.

Contact P.J.H.Lanting

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties