Volgens een recent onderzoek houden huisartsen zich zelden aan de NHG-standaard bij de diagnostiek naar anemie. De vraag is of die conclusie wel terecht is. Maar belangrijker nog: hoe kunnen huisartsen worden geholpen om het laboratoriumonderzoek zo efficiënt mogelijk aan te pakken?
De prevalentie van anemie in de algemene bevolking in Nederland is ongeveer 4-6%. De prevalentie neemt toe met de leeftijd en is hoger bij vrouwen dan bij mannen.1,2 Anemie gaat gepaard met een verminderde levensverwachting en een lagere kwaliteit van leven.1,3 In de eerstelijnspopulatie is de incidentie van anemie aanzienlijk, namelijk 8,6 per 1000 patiënten per jaar.4 De diagnostiek naar de oorzaken van anemie in de eerste lijn is daarom van belang.
Laboratoriumdiagnose
Er is sprake van anemie wanneer de hemoglobineconcentratie lager is dan de ondergrens van het (lokale) referentie-interval. Daarmee is anemie per definitie een laboratoriumdiagnose en geen aandoening. Natuurlijk kan op klinische gronden de diagnose vermoed worden, waarbij het laboratoriumonderzoek wordt verricht ter bevestiging, zoals bijvoorbeeld bij een bleke, vermoeide jonge vrouw met hevige menstruaties.5
Nuancering
In dit artikel geven wij commentaar bij het onderzoek van de Jong en collega’s naar anemiediagnostiek door huisartsen…
Reacties