Onafhankelijk, multidisciplinair en betrouwbaar

AIDS-epidemie in Nederland: recente ontwikkelingen naar transmissieroute, leeftijd en nationaliteit

Onderzoek
F. Termorshuizen
H. Houweling
P.J.E. Bindels
J.K. van Wijngaarden
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1997;141:830-5
Abstract
Abstract
Sluiten
The AIDS epidemic in the Netherlands: recent trends in transmission routes, age and nationality

To document the recent developments in the course of the AIDS epidemic in the Netherlands, 1982-1995.

Design

Descriptive.

Setting

National Institute of Public Health and Environment, Bilthoven, Municipal Health Service, Amsterdam, and Inspectorate of Public Health, Rijswijk, the Netherlands.

Method

Based on the new AIDS patients reported to the Inspectorate of Public Health, the incidence figures were calculated by risk group (homobisexual men, intravenous drug users and heterosexual men and women), by birth cohort defined by 5 successive years of birth, and by nationality, in order to characterise subepidemics.

Results

Among homobisexual men AIDS incidence has been stabilizing in recent years. Among intravenous drug users and heterosexuals incidence continues to rise but at a low level compared with homobisexual men. Among homobisexual men and intravenous drug users mean age at AIDS diagnosis is rising in conjunction with reduced incidence among young persons born in 1965-1969 when compared with the incidence among persons born in 1960-1964 when at the same age. By contrast, among heterosexuals a decline in mean age at diagnosis is observed and this decline coincides with undiminished rise of incidence among persons born in 1965-1969. Among heterosexual patients an increasing and disproportionate number have the nationality of a sub-Saharan African country.

Conclusion

Future AIDS incidence among homobisexual men and intravenous drug users will probably be lower than it currently is. Regarding heterosexuals the undiminished growth of the number of young AIDS patients and the increasing proportion of patients from abroad make such an assessment more difficult.

Samenvatting

Doel

Documenteren van de recente ontwikkelingen in het verloop van de AIDS-epidemie in Nederland, 1982-1995.

Opzet

Descriptief.

Plaats

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven, Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheids-dienst, Amsterdam en Inspectie voor de Gezondheidszorg, Rijswijk.

Methode

Op grond van meldingen van nieuwe AIDS-patiënten aan de Inspectie Gezondheidszorg (IGZ) werden incidentiecijfers berekend voor afzonderlijk homo-biseksuele mannen, heteroseksuelen en intraveneuze-drugsgebruikers, uitgeplitst naar nationaliteit en geboortejaar om deelepidemieën te kunnen karakteriseren.

Resultaten

Vanaf 1992 was er een daling en vervolgens een stabilisering van de AIDS-incidentie, vrijwel volledig toe te schrijven aan de ontwikkeling onder homo-biseksuele mannen. Onder heteroseksuelen en intraveneuze-drugsgebruikers werd een aanhoudende stijging gezien op een lager niveau. Onder heteroseksuelen was deze incidentiestijging voor een onevenredig groot deel toe te schrijven aan AIDS-patiënten afkomstig uit Afrikaanse landen bezuiden de Sahara. Binnen de relatief jonge cohort van personen geboren in 1965-1969 werd zowel onder homo-biseksuele mannen, intraveneuze-drugsgebruikers als heteroseksuelen een stijging van de incidentie gezien. Onder homo-biseksuele mannen en intraveneuze-drugsgebruikers was deze geringer dan die binnen de 5 jaar oudere geboortecohort 1960-1964 op vergelijkbare leeftijd.

Conclusie

Er waren aanwijzingen dat onder homo-biseksuele mannen en onder intraveneuze-drugsgebruikers de AIDS-epidemie zich zal handhaven op een lager niveau dan het huidige. Onder heteroseksuelen is het verloop moeilijker te schatten door de hoge instroom vanuit jongere leeftijdsgroepen en het grote aandeel hierbij van patiënten afkomstig van buiten Nederland.

Artikelinformatie
Aanvaard op

Citeer dit artikel als

Ned Tijdschr Geneeskd. 1997;141:830-5
Vakgebied
Interne vakken
Microbiologie
Auteursinformatie

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Centrum voor Infectieziekten Epidemiologie, Postbus 1, 3720 BA Bilthoven.

F.Termorshuizen, epidemioloog; H.Houweling, arts-epidemioloog.

Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst, sector Volksgezondheid en Milieu, AmsterdamInstituut voor Huisarts-geneeskunde, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam.

Dr.P.J.E.Bindels, arts-epidemioloog.

Inspectie voor de Gezondheidszorg, afd. Infectieziekten, Rijswijk.

J.K.van Wijngaarden, arts.

Contact H.Houweling

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties