Samenvatting
Doel
Nagaan in hoeverre het gebruik van acetylcysteïne bij kinderen wordt ondersteund door literatuurgegevens en nagaan hoe vaak en voor welke indicaties acetylcysteïne door huisartsen wordt voorgeschreven aan kinderen.
Opzet
Systematisch literatuuronderzoek en schriftelijke enquête.
Plaats
Academisch Ziekenhuis, Groningen.
Methoden
Het literatuuronderzoek werd verricht via Medline en de in de gevonden artikelen aangetroffen referenties. In de enquête werden aan alle 720 huisartsen in Groningen, Friesland en Drenthe vragen gesteld over het voorschrijven van acetylcysteïne aan kinderen.
Resultaten
Van de gevonden artikelen (n = 15) over de toepassing van acetylcysteïne bij kinderen met diverse pulmonale aandoeningen (anders dan cystische fibrose) waren de meeste (n = 12) ongecontroleerde klinische observaties; 3 waren klinische trials die alle duidelijke methodologische tekortkomingen hadden. De gevonden verschillen ten gunste van acetylcysteïne waren zo klein dat ze klinisch irrelevant waren.
Van de enquêtelijsten werd 70,3 door de huisartsen volledig ingevuld geretourneerd. Bijna eenderde van de huisartsen (32,6) schreef acetylcysteïne per os wel eens voor aan kinderen met diverse luchtwegklachten (zoals ‘vastzittend slijm’ (73,9), astmatische bronchitis (50,3), bronchitis (40,0), ‘vol zitten’ (40,0) en vastzittende hoest (34,5)).
Conclusie
Acetylcysteïne wordt door huisartsen regelmatig voorgeschreven aan kinderen met diverse pulmonale aandoeningen, terwijl in de literatuur onvoldoende aanwijzingen te vinden zijn die het gebruik van dit middel ondersteunen.
Reacties