Richtlijnen voor de opsporing en behandeling van hypercholesterolemie zijn verwoord in de cholesterolconsensus uit 1987 en de herziening daarvan in 1991.12 Nadien heeft meer discussie plaatsgevonden over de haalbaarheid en wenselijkheid van de behandeling van stoornissen van de vetstofwisseling en er zijn nieuwe wetenschappelijke gegevens ter beschikking gekomen.
In de praktijk doet de vraag of een vetstofwisselingsstoornis behandeld moet worden zich dikwijls voor als het gaat om patiënten met een toegenomen kans op klinische verschijnselen van versnelde atherosclerose. In dit artikel bespreken wij enkele vaak voorkomende situaties die in de cholesterolconsensus nog niet expliciet zijn behandeld: vetstofwisselingsstoornissen bij patiënten die reeds een myocardinfarct hebben doorgemaakt en bij patiënten met diabetes mellitus, hypertriglyceridemie bij patiënten met een lage ‘high-density’-lipoproteïne (HDL)-cholesterolwaarde en hyperlipidemie bij vrouwen in de postmenopauze en bij ouderen. Het overzicht is bedoeld als een praktische handreiking voor zowel de huisarts als de tweedelijnsarts.
Reacties