Aanvullend beeldvormend onderzoek is ongewenst bij aanwijzingen voor appendicitis

Klinische praktijk
M.Y.A. van Herwaarden-Lindeboom
I.H.M. Borel Rinkes
H.G. Gooszen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:643
Abstract

Zie ook het artikel op bl. 642.

Het diagnosticeren van een blindedarmontsteking valt in de praktijk niet altijd mee: afwachten betekent een hoog risico op perforatie met alle complicaties van dien, maar een agressievere aanpak kan leiden tot ruim 20 negatieve appendectomieën.

In de afgelopen jaren heeft men met beeldvormend onderzoek getracht dit percentage te verlagen. Met een sensitiviteit van 70-90 en een specificiteit van 76-90 leken de resultaten op het eerste gezicht veelbelovend, maar bij ongeveer 30 van de patiënten werd de aandoening alsnog gemist. Bovendien bleek in een studie met 60.000 patiënten dat ondanks de aanvullende radiodiagnostiek het percentage negatieve appendectomieën niet omlaag ging.1 Tevens bleek het niveau van bewijskracht in de gepubliceerde studies niet hoog. De resultaten van studies in één centrum, waarbij patiënten protocollair werden onderzocht en gespecialiseerde radiologen de CT-scans of echogrammen beoordeelden, waren beter. In een literatuurstudie zochten wij naar meer bewijskracht…

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum Utrecht, afd. Heelkunde, Postbus 85.500, 3508 GA Utrecht.

Mw.dr.M.Y.A.van Herwaarden-Lindeboom, assistent-geneeskundige (thans: chirurg, Universitair Medisch Centrum Groningen, Groningen); hr.prof.dr.I.H.M.Borel Rinkes en hr.prof.dr.H.G.Gooszen, chirurgen.

Contact hr.prof.dr.H.G.Gooszen (h.gooszen@umcutrecht.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties