Samenvatting
- Tijdens de zwangerschap stijgt het hartminuutvolume met 40-50. Eerst stijgt vooral het slagvolume en later ook de hartfrequentie.
- Steeds meer patiënten met een aangeboren hartafwijking worden volwassen en komen met een zwangerschapswens. De hemodynamische veranderingen tijdens de zwangerschap vormen een extra belasting voor vrouwen met een hartafwijking.
- Risicofactoren voor het optreden van belangrijke cardiale problemen tijdens de zwangerschap zijn: een eerder doorgemaakte cardiale gebeurtenis, beperkingen in functioneren, cyanose, obstructieve afwijkingen in de linker harthelft of een verminderde systolische functie van het systeemventrikel.
- Zwangerschap is gecontraïndiceerd bij pulmonale hypertensie, bij het syndroom van Marfan met een aortaworteldiameter > 50 mm, en bij een ernstige aorta- of mitralisklepstenose.
- De herhalingskans op het krijgen van een kind met een aangeboren hartafwijking varieert tussen de 3 en de 50, afhankelijk van de aandoening.
- Het ongeboren kind loopt risico's door de hemodynamische situatie en het medicatiegebruik van de moeder. Angiotensineconverterend-enzym(ACE)-remmers zijn absoluut gecontra-indiceerd in de zwangerschap.
(Geen onderwerp)
Bilthoven, januari 2005,
In hun bespreking van supraventriculaire en ventriculaire ritmestoornissen tijdens de zwangerschap met β-blokkers stellen Pieper en Roos-Hesselink (2004:1227-31) dat de meeste ervaring is opgedaan met het gebruik van atenolol en zij suggereren daarmee dat het gebruik daarvan tijdens de zwangerschap de voorkeur heeft boven dat van andere β-blokkers. Wij zijn het met deze uitspraak niet eens om de volgende redenen.
De meeste ervaring met β-blokkers tijdens zwangerschap is opgedaan bij de behandeling van hypertensie met propranolol, labetalol en metoprolol.1-4 Bij de behandeling van (supra)ventriculaire ritmestoornissen met een β-blokker heeft men tijdens de zwangerschap de meeste (gedocumenteerde) ervaring opgedaan met propranolol en metoprolol.2 3 5
In sommige studies wordt het gebruik van β-blokkers in de zwangerschap in verband gebracht met een foetus die een laag geboortegewicht heeft of die te klein is gezien de zwangerschapsduur.1 4 6 Bij nadere analyse van de beschikbare literatuur blijkt met name atenolol dit negatieve verband teweeg te brengen.4 7-9 De relatie tussen atenololgebruik en een laag geboortegewicht wordt versterkt bij langdurige behandeling (met name bij start van de therapie in het 1e trimester).4 7 9
De keuze voor een β-blokker in de zwangerschap is afhankelijk van de persoonlijke ervaring van de clinicus en van maternale of foetale overwegingen. Gezien het toenemend aantal negatieve rapportages over atenolol in de zwangerschap lijkt het verstandig te kiezen voor één van de andere veelgebruikte β-blokkers in de zwangerschap.
Magee LA, Elran E, Bull SB, Logan A, Koren G. Risks and benefits of beta-receptor blockers for pregnancy hypertension: overview of the randomized trials. Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol 2000;88:15-26.
Page RL. Treatment of arrhythmias during pregnancy. Am Heart J 1995;130:871-6.
Tan HL, Lie KI. Treatment of tachyarrhythmias during pregnancy and lactation. Eur Heart J 2001;22:458-64.
Qasqas SA, McPherson C, Frishman WH, Elkayam U. Cardiovascular pharmacotherapeutic considerations during pregnancy and lactation. Cardiol Rev 2004;12:201-21.
Ferrero S, Colombo BM, Ragni N. Maternal arrhythmias during pregnancy. Arch Gynecol Obstet 2004;269:244-53.
Magee LA, Duley L. Oral beta-blockers for mild to moderate hypertension during pregnancy [Cochrane review]. The Cochrane Library. Issue 3. Chicester: Wiley; 2004.
Lydakis C, Lip GY, Beevers M, Beevers DG. Atenolol and fetal growth in pregnancies complicated by hypertension. Am J Hypertens 1999;12:541-7.
Easterling TR, Carr DB, Brateng D, Diederichs C, Schmucker B. Treatment of hypertension in pregnancy: effect of atenolol on maternal disease, preterm delivery, and fetal growth. Obstet Gynecol 2001;98: 427-33.
Afifi Y, Churchill D. Pharmacological treatment of hypertension in pregnancy. Curr Pharm Des 2003;9:1745-53.