6 keer per jaar injectie tegen hiv blijkt effectief

Lara Harmans
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2021;165:C4830

Eens per 2 maanden een injectie met antiretrovirale middelen blijkt net zo effectief om hiv te onderdrukken als dagelijks een pil. Nederland zal er naar verwachting later dit jaar mee beginnen.

artikel

In oktober 2020 bracht de EMA een positief advies uit voor 2 antiretrovirale middelen (cabotegravir en rilpivirine) die tweemaandelijks intramusculair toegediend moeten worden. In Canada worden de middelen al gebruikt en in de VS zijn ze inmiddels ook al geregistreerd.

De ‘long-acting injectables’ zijn niet alleen veelbelovend gebleken in hun werking, ze zouden ook positief kunnen uitpakken voor de therapietrouw. Het is tenslotte een veel eenvoudiger behandeling dan de medicatie die patiënten momenteel dagelijks moeten nemen. Hoewel de meeste hiv-patiënten inmiddels behandeld worden met een ‘single-tablet regimen’, is er volgens Berend van Welzen (internist-infectioloog in het UMCU) nog veel winst te boeken.

Van Welzen geeft in een reactie aan enthousiast te zijn over de niet-orale nieuwe middelen. Wel verwacht hij dat de introductie ervan in de praktijk nog op organisatorische problemen zal stuiten. Op dit moment komen de meeste hiv-patiënten bijvoorbeeld 2 keer per jaar op de poli. ‘Tweemaandelijkse injecties in het ziekenhuis leggen beslag op de poliklinische capaciteit. Je moet daar wel de ruimte en mensen voor hebben. Zeker nu we steeds meer digitaal doen.’ Daarnaast moet 1 van de 2 middelen gekoeld bewaard worden. ‘Het traditionele “we geven de patiënt een recept en die haalt de medicatie op” gaat dan niet altijd meer op. Misschien moeten we afspraken met de apotheek gaan maken over aflevering op de poli.’

Behalve als hiv-remmer lijkt cabotegravir ook een goede kandidaat om gebruikt te worden als pre-expositieprofylaxe (PrEP). Onlangs is echter in Nature (2021;591:357-8) beschreven dat de hoge effectiviteit van het middel juist ook problemen kan opleveren. Zo beschrijven de onderzoekers dat cabotegravir het virus dusdanig sterk onderdrukte dat standaard hiv-tests in een vroege fase van infectie negatief waren. Van de 4570 personen die het middel in studieverband kregen, bleken er 4 na opnieuw testen van eerdere bloedmonsters al 6-16 weken hiv-positief te zijn. Pas toen de 4 in die weken resistentie tegen het middel ontwikkelden, namen de viruswaarden toe en detecteerden de standaard hiv-tests het virus wél. De onderzoekers adviseren om mensen die cabotegravir als PrEP gebruiken, met gevoeligere tests te monitoren om vergelijkbare situaties te voorkomen.

Van Welzen benadrukt dat cabotegravir minder ver ontwikkeld is als PrEP, en dat het maar de vraag is – ook uit kostenoverweging – of we het middel op korte termijn ook preventief gaan gebruiken in Nederland.

Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Farmacotherapie
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties