artikel
‘Gij zult eerst oefenen bij incontinentie’, vertelde ik jarenlang aan vrouwen met ongewild urineverlies. Hadden ze eindelijk de moed om aan me te vertellen dat het zo geen doen was met al die verbanden en routes langs vieze toiletten, stuurde ik ze naar de bekkenbodemfysiotherapeut. Dat hielp natuurlijk wel eens, maar regelmatig ook niet. ‘Beter oefenen, dan maar.’ Goed dat juist de voorstanders van die oefentherapie meehielpen uit te zoeken of dat nu wel een goed advies is. Een ‘bandje’ blijkt veel effectiever (A7233).
‘Gij zult ook onderzoek lezen.’ We weten dat onze onderzoeksartikelen niet uw meest favoriete leesvoer zijn, maar juist dit soort onderzoek is voor veel artsen relevant: voor huisartsen, urologen, gynaecologen vanwege het onderwerp, maar ook voor alle snijdende specialisten vanwege de methodologie. Op dat laatste geeft Maroeska Rovers ook nog eens mooi commentaar (A7382). Ga er toch maar eens voor zitten.
‘Gij zult naar de levensgeschiedenissen van uw patiënten kijken.’ Dat blijkt overduidelijk uit de klinische les van deze week (A6714). Niet dat u patiënten eindeloos en voor niets moet controleren, maar wel dat u bij een behandeling moet denken welke consequenties er in de toekomst kunnen zijn. En ook dat u moet denken wat er allemaal in een leven is gebeurd.
‘Gij zult geen onzinnige indicatoren invoeren.’ Dit gebod is eigenlijk niet voor u, maar voor ‘hen die boven ons gesteld lijken’. Op deze plek hebben we al vaker gefulmineerd tegen de indicatorhype die de zorg teistert. De procesindicatoren van de IGZ schoten 6 experts zeer begrijpelijk in het verkeerde keelgat (A7395). Het is onzinnig om op procesindicatoren te beoordelen, terwijl er harde uitkomsten zijn. Net als diagnostiek en therapie van dokters zouden ook ‘kwaliteitsinstrumenten’ goed onderzocht moeten worden. Redelijke kans dat die minder goed blijken dan aanvankelijk gedacht.
‘Gij zult geen onbewezen screeningsinstrumenten gebruiken en al helemaal niet als verzekeraar opdringen.’ Dit laatste staat niet in dit nummer, maar ik kan het niet laten het als gebod op te nemen. Het probleem speelt in de hele herstructurering van de ggz waarbij Achmea een – weliswaar samen met deskundigen – zelf ontwikkelde vragenlijst pusht bij huisartsen en psychologen (www.mirro.nl). Met e-health zouden we ‘cliënten’ beter naar de juiste zorg kunnen ‘toegeleiden.’ Alleen bij dat laatste woord krijg ik al nare associaties met een niet functionerend Prorail. Geen behoefte aan een treingeleiding met vastzittende wissels? Dan krijg je als hulpverlener minder centen.
En tot slot: ‘Gij zult vooral goed nadenken én gij zult plezier hebben in uw vak…’
Reacties