Samenvatting
Doel
Het doel van dit onderzoek was de diagnostische waarde vast te stellen van de verplichte screening op kindermishandeling op afdelingen Spoedeisende Hulp (SEH). Ook onderzochten we de toegevoegde waarde van de inzet van kinderartsen met forensisch-medische expertise bij kinderen (FMEK) naast de screening.
Opzet
Multicentrisch dwarsdoorsnede-onderzoek.
Methode
Voor alle kinderen in de leeftijd 0-7 jaar die met letsel op een SEH kwamen, vulde SEH-personeel de verplichte SPUTOVAMO-R-vragenlijst in. De uitkomst van deze indextest werd vergeleken met een referentietest en met het oordeel van de kinderarts met FMEK. De referentietest bestond uit geblindeerde, onafhankelijke beoordeling van zowel positieve als negatieve indextests door een panel van experts op basis van uitgebreide dossierinformatie.
Resultaten
Bij 3 van de 4290 geïncludeerde kinderen werd in de referentietest lichamelijke kindermishandeling geconstateerd, een prevalentie van 0,07%. De positief voorspellende waarde van SPUTOVAMO-R voor lichamelijke kindermishandeling was 0,03 (95%-BI: 0,006-0,085), de negatief voorspellende waarde 1,0 (95%-BI: 0,994-1,0). De overeenstemming tussen panelleden en kinderartsen met FMEK over de diagnose ‘lichamelijke mishandeling’ bij kinderen met een positieve uitslag op de indextest was 100%.
Conclusie
SPUTOVAMO-R spoort alle gevallen van lichamelijke kindermishandeling op, maar wel met zeer veel fout-positieve uitslagen. De inzet van kinderartsen met FMEK bij kinderen met een positieve uitslag op de SPUTOVAMO-R kan het aantal fout-positieven sterk reduceren.
Reacties