Samenvatting
Doel
In kaart brengen van de omvang van de groep Nederlandse ouderen (75+) met een doodswens zonder dat zij ernstig ziek zijn, het beschrijven van de kenmerken en omstandigheden die hierbij een rol spelen, en het verhelderen van de aard van deze doodswens.
Opzet
Cross-sectioneel vragenlijstonderzoek.
Methode
In 2019 is een grootschalig vragenlijstonderzoek verricht onder een representatieve groep Nederlanders van 55 jaar en ouder (32.477 personen via de TNS NIPObase). In april 2019 vulden 21.294 respondenten een uitgebreide vragenlijst in (respons: 65,6%). Dit artikel betreft een subanalyse van de 75-plussers die deelnamen aan dit vragenlijstonderzoek.
Resultaten
Van alle 3141 75-plussers in dit onderzoek gaven 56 respondenten aan dat zij een persisterende doodswens hadden zonder ernstig ziek te zijn (PDW-NEZ). Het bijbehorende percentage gewogen naar de samenstelling van de Nederlandse bevolking laat zien dat het gaat om 2,07% van alle 75-plussers in Nederland. Respondenten met PDW-NEZ waren gemiddeld vaker laagopgeleid, afkomstig uit lagere sociale klassen en iets vaker uit meer verstedelijkte gebieden. Belangrijke factoren die de doodswens versterken waren afhankelijkheid van anderen, piekeren, lichamelijke en geestelijke aftakeling, gezondheidsproblemen en eenzaamheid. De doodswens was veranderlijk en de intensiteit wisselde sterk.
Conclusie
Een flink deel van de 75-plussers met een persisterende doodswens blijft buiten beeld van zorgverleners omdat zij niet over hun doodswens spreken. Dit kan tijdige ondersteuning bemoeilijken. Zorgvuldig uitvragen van de betekenis en de aard van de doodswens is wezenlijk om de achtergrond te begrijpen en de onderliggende behoeften van deze ouderen te kennen.
Reacties