Mitralisklepinsufficiëntie is de meest voorkomende hartklepaandoening. Volgens een artikel dat recent in The Lancet is verschenen wordt slechts een minderheid van de patiënten met geïsoleerde mitralisklepinsufficiëntie operatief behandeld, ondanks het feit dat deze aandoening gerelateerd is aan hartfalen en aan een aanzienlijke oversterfte.1,2 Ook laat het onderzoek zien dat patiënten met matige of ernstige mitralisklepinsufficiëntie een lagere 10-jaarsoverleving hebben dan mensen met dezelfde leeftijd en hetzelfde geslacht uit de algemene populatie (30 vs. 63%).
Mogen we hieruit concluderen dat meer patiënten operatief behandeld zouden moeten worden en dat mitralisklepchirurgie nu te weinig gebeurt? In dit artikel zetten wij de resultaten van het onderzoek in The Lancet af tegen de richtlijnen en bekijken wij wat dit betekent voor de dagelijkse praktijk van huisarts en specialist.
Kanttekeningen bij het onderzoek
In het onderzoek werd het behandelbeleid getoetst aan de richtlijn van de American Heart Association (AHA)/American College of Cardiology (ACC) uit…
Reacties