Samenvatting
-
Mitralisklepinsufficiëntie (MI) is, na aortaklepstenose, de meest voorkomende hartklepaandoening. De prevalentie stijgt met de leeftijd.
-
Uitgebreid echocardiografisch onderzoek is noodzakelijk voor het bepalen van de ernst, etiologie en mechanismen van de aandoening, en voor de juiste behandelstrategie.
-
Chirurgische interventie is geïndiceerd bij symptomatische patiënten met ernstige, organische mitralisklepinsufficiëntie. Klepreparatie heeft daarbij de voorkeur boven klepvervanging. Een (restrictieve) annuloplastiek kan uitkomst bieden bij ernstige, functionele mitralisklepinsufficiëntie.
-
Percutane implantatie van een mitralisclip kan overwogen worden bij patiënten met ernstige, symptomatische mitralisklepinsufficiëntie die inoperabel zijn of een hoog operatierisico hebben.
-
Omdat er geen ideale chirurgische reconstructietechniek is, kan men bij een patiënt met chronische functionele mitralisklepinsufficiëntie voorrang geven aan medicamenteuze behandeling. Dit geldt ook voor patiënten met symptomatische organische mitralisklepinsufficiëntie bij wie geen interventie mogelijk is.
-
Het is onduidelijk wat de beste behandelstrategie is bij asymptomatische patiënten met een ernstige, organische mitralisklepinsufficiëntie en behouden linkerventrikelfunctie: watchful waiting of klepreconstructie.
Reacties